Pagina's

donderdag 21 juni 2012

Gezocht: fulltime manager (m/v), met ballen

Geen onderdeel van het bedrijf kende zoveel personeelsverloop als dat ene regiokantoor. De reden dat medewerkers het er gemiddeld nog geen jaar uithielden, was altijd dezelfde: niemand kon met de bijzonder dominante vestigingsmanager samenwerken, in wier ogen niemand ooit iets goed deed - behalve zijzelf. Het was alom bekend binnen het bedrijf, en alle vertrekkende medewerkers bleken er richting directie ook geen doekjes om te winden wat de reden was van hun vertrek. Iedereen, kortom, kende het probleem. Niemand van hogerhand greep in.
Lastige collega’s: managers branden er hun handen liever niet aan. Terwijl irritante, slecht functionerende en luie collega’s hoog scoren in de ranglijst van grootste ergernissen op het werk, zoals onderzoeken van onder meer TNO, CBS en Monsterboard laten zien, krijgen excessen in dergelijk gedrag verbazend veel ruimte om de werkvloer te domineren. Met argumenten als ‘zo is ze nu eenmaal’ of ‘maar in dit of dat is hij wel heel goed’ wordt gedrag getolereerd waarvan de meeste mensen het gevoel hebben dat ze er zélf nooit mee weg zouden komen.
Een collega van een vriendin valt dagelijks midden op de dag in slaap. Gewoon achter zijn bureau, snurkend en al. Klachten worden door de leidinggevende afgedaan met een ‘ach, over een tijdje gaat hij toch met de VUT’. Een andere vriendin heeft het een paar jaar moeten stellen met collega’s die het kantoor regelmatig als kapsalon gebruikten, het rookverbod negeerden en er waar mogelijk de kantjes vanaf liepen. Het management greep niet in en inmiddels is het betreffende bedrijfsonderdeel failliet. Toen een kennis, zelf teamleider, zich bij haar manager beklaagde over een onhandelbare dame in haar team die regelmatig doodleuk taken weigert uit te voeren, verzuchtte de manager: “Tja, zij had eigenlijk nooit een vast contract moeten krijgen. Ik weet nu ook niet wat ik ermee moet.”
Wat is er aan de hand met managers die gedrag accepteren dat funest is voor de motivatie van de andere collega’s? Is het gebrek aan durf om de lastige medewerker eens goed aan te pakken? Of is de kloof tussen directie en werkvloer zo groot geworden het managers niet interesseert wat er zich temidden van de dagelijkse processen afspeelt? Net zoals een vliegtuigongeluk aan de andere kant van de wereld waarbij geen Nederlanders betrokken zijn hier doorgaans op relatief weinig aandacht kan rekenen, is ‘de werkvloer’ voor het management misschien wel een bedrijfsonderdeel geworden dat zo ver van hun bed staat dat ze er geen morele verantwoordelijkheid meer voor voelen.
Vaak zijn de lastposten mensen met een vaste aanstelling, waardoor dan als excuus wordt aangevoerd ‘dat je er niet meer vanaf komt’. Om me heen hoor ik dan ook opgeluchte reacties over de versoepeling van het ontslagrecht die het Lenteakkoord belooft. Eindelijk kunnen bedrijven nu van die luie donders af zonder dat het ze een paar ton kost.
Dure ontslagregelingen vormen echter een zwak excuus in een poging het werkelijke probleem te verdoezelen. Het is namelijk niet versoepeling van het ontslagrecht dat de arbeidsmarkt nodig heeft, maar managers met ballen. Managers die ervoor zorgen dat slapende medewerkers een takenpakket krijgen dat ze bij de les houdt. Managers die niet pikken dat medewerkers gedemotiveerd worden door hun collega’s en het gevoel krijgen dat akelig gedrag wordt beloond. Managers die zich afvragen: hoe zou ik het vinden om dag in dag uit met iemand te moeten werken die liever lui is dan moe?
Mensen zijn ons grootste kapitaal, schreeuwt menig bedrijf van de daken. Zorg dan ook goed voor dat kapitaal. Ook het deel dat niét slaapt, snauwt of de kantjes ervan afloopt.

Dit artikel is vrijdag 22 juni gepubliceerd op de opiniepagina van NRC Nect

Geen opmerkingen:

Een reactie posten